Uitzonderlijke hoogbegaafdheid en het dagelijks leven
Mijn zoon en ik zijn uitzonderlijk hoogbegaafd. Mijn vrouw waarschijnlijk ook. Voor ons is dat normaal, we weten immers niet beter. Ik vind het fijn om te delen wat het opvoeden van een kind wat uitzonderlijk hoogbegaafd is bij ons thuis inhoudt en hoe mijn uhb daarbij helpt, maar ook in de weg zit.
Mijn zoon leeft enorm intens. Ik geloof dat ik dat woord al gebruikte toen hij nog geen twee jaar was. Hij deed alles met een grote overtuiging en intensiteit. Als hij iets leuk vond, ging hij er helemaal voor. Als hij iets eng vond, was het voor de rest van zijn leven eng. Op het moment dat hij wakker wordt, gaat zijn hoofd aan en zijn mond open. Dat stopt pas op het moment dat hij in slaap valt (nee, niet op het moment dat hij naar bed gaat). Hoewel hij 's nachts ook nog wel eens slaapwandelt...
Om te beginnen wordt álles hier onthouden en letterlijk genomen. Zeg ik dat we om 8.15u ons klaar moeten maken om naar school te gaan, dan mag ik niet om 8.13u zeggen dat het tijd is. Zeg ik pas om 8.16u dat het tijd is, dan is er paniek, want we komen te laat. Alles behalve 8.15u is dus een slechte start van de ochtend. Ik moet daardoor erg scherp zijn op wat ik zeg en hoe ik dingen omschrijf, want mijn zoon komt er altijd op terug. Dat alles onthouden geldt uiteraard niet voor waar hij dingen neerlegt, want hij kan het niet meer terugvinden. Maar verder onthoudt hij alles. "Je had gezegd dat ik een ijsje mocht na het eten", "vorige week zei je dat ik deze zaterdag Harry Potter 4 mocht kijken" etc. Valse beloftes kunnen hier in huis echt niet. Ergens fijn, want we zijn dus altijd eerlijk tegen elkaar, maar het zou soms net wat makkelijker zijn als ik niet alle woorden eerst even af zou hoeven te wegen.
Mijn zoon heeft ook een groot rechtvaardigheidsgevoel. Hij weet wat goed is en wat niet goed is. In spelletjes met vrienden wordt hij soms heel erg boos, omdat die, in hun enthousiasme, soms vergeten wie er aan de beurt is. Zoon denkt dan dat ze hem expres overslaan, hij begrijpt niet dat het per ongeluk was. Hetzelfde geldt voor de rij bij de kabelbaan, de glijbaan of waar dan ook. Een kindje wat voorkruipt (per ongeluk of expres) is reden voor een uitbarsting. Mijn zoon kan ook prima naar een volwassene, die net een sigaretje opsteekt, toelopen en melden dat roken slecht voor je is en dat je er dood van gaat. Of dat je niet van het pad af mag gaan als dat zo staat aangegeven. Dat het niet altijd tactisch is om zoiets te zeggen, heeft hij niet in de gaten.
Ook is hij erg prikkelgevoelig. Ik probeer in de planning rekening met hem te houden. Wanneer heeft hij school, wanneer kan hij dan naar zwemles of begeleiding, kunnen we een weekendje weg, kan hij nog buitenspelen en al dat soort dingen. Iedere keer is het afwegen wat wel kan en wat niet. Daardoor vind ik het ook lastig om afspraken te maken, ik weet nooit hoe moe hij is. Daarnaast heb ik mijn eigen (beperkte) energie. Ik ben namelijk ook prikkelgevoelig en best snel overprikkeld. Gelukkig voel ik het steeds beter aankomen en kan ik sneller handelen door uit een situatie te gaan, maar dat lukt niet altijd als ik tegen mijn zoon heb gezegd dat we iets nog zouden doen voordat we weggaan. Die combinatie vind ik erg lastig.
Vanuit mezelf merk ik dat ik dingen echt sneller zie en doorheb dan andere mensen. Mijn brein werkt simpelweg sneller. Mensen die treuzelen bij het kiezen van een product in de supermarkt, iemand die me een proces op het werk probeert uit te leggen, mensen die iets laten vallen en het niet in de gaten hebben, ik zie het allemaal gebeuren en kan me niet voorstellen hoe het is om zo traag en onoplettend te leven. Helaas voor mij is de wereld hier wel op ingericht. Misschien is dat ook wel goed, want als ik alleen op mijn tempo door zou gaan, dan heb ik al snel niets meer te doen. Frustrerend is het wel.
De afgelopen jaren heb ik geleerd dat werken mij veel oplevert, maar dat het me ook veel energie kost. Na een werkdag van acht uur ben ik moe van alle indrukken en alles wat ik heb gedaan en bedacht. Thuis ben ik dan niet altijd leuk meer, omdat ik mijn energie heb opgebruikt. Tegenwoordig ga ik daarom na het werk eerst een uur naar bed. Even mijn ogen dicht, een podcast luisteren of een serie kijken waarbij ik niet hoef na te denken, allemaal dingen die me helpen om weer op te laden. Dan kan ik daarna mijn zoon weer aan en ben ik nog een leuke moeder 's avonds.
Als er een probleem is (of als ik denk dat er een probleem aan zit te komen), bedenk ik alvast allerlei scenario's die zouden kunnen gebeuren. Vaak heb ik er al een stuk of twintig bedacht, én opgelost. Dat doe ik niet expres, maar dat gebeurt gewoon. Daardoor kan ik veel problemen voor zijn, als ik in mijn eentje ben of met mijn gezin. Op het werk gaat het niet zo, helaas. Daar moeten mijn collega's eerst nog het probleem ontrafelen voordat ze kunnen gaan bedenken wat de oplossing kan zijn. Ik heb ondertussen alle mogelijke oplossingen al bedacht, met sterke en zwakke punten zodat ik kan kiezen welke het beste is.
Door mijn uitzonderlijke hoogbegaafdheid voelde ik me vroeger in de klas anders, als een alien in een klas vol normale kinderen. Ik snapte hun spel niet, ik hoorde er niet bij en voelde me niet begrepen. Ik had wel snel door wat ze van me verwachtten en probeerde daaraan te voldoen. In de docenten probeerde ik een veilige haven te vinden, maar zij vonden me vaak vervelend met al mijn vragen. Vaak schonden ze mijn vertrouwen door me te vertellen dat ik normaal moest doen, gewoon, zoals de rest deed. De rest van het schooljaar kroop ik dan weer in mijn schulp.
Vaak kreeg ik het gevoel dat ik dom was. Ik begreep de opdrachten niet, vond ze erg simpel en wist dan niet wat er van me verwacht werd. Begrijpend lezen vond ik verschrikkelijk, ik kreeg bijlessen in verschillende vakken en bleef in 3 havo zitten. Met moeite maakte ik mijn middelbare school af, maar ik heb er geen vrienden en geen goed gevoel aan overgehouden. Op mijn 36ste leerde ik mezelf pas kennen, ik bleek uhb. Nu ik meer uhb-ers ken, voel ik me pas ergens begrepen.
Dit probeer ik voor mijn zoon te voorkomen. Ik zie aan hem wanneer hij wel en geen aansluiting vindt in de klas en houd in de gaten hoe ik dat bij kan sturen. Ik zorg voor vriendjes die wel op hetzelfde niveau denken ("die net zo'n hoofd hebben als jij"), zodat hij in de gaten heeft dat hij niet de enige is. Ik miste dat vroeger en wil hem dat heel graag geven. Volgens mij slaag ik daar best in, tot nu toe.